Wat is er nu lekkerder dan in de zomer na het eten even je tuin in te lopen om vers wat aardbeien te plukken? Nog warm van het zonlicht dat er de hele dag op scheen. Als je dat wilt, kom dan binnenkort in actie!
Je hebt altijd wel plek voor aardbeien
Of je nu een kleine tuin, een balkon of een landgoed hebt, er is altijd wel een plekje om een aardbeienplant neer te zetten! Aardbeien kunnen ook heel goed een paar jaar in potten groeien. En als je geen moestuin hebt, zet dan gewoon een paar plantjes tussen je sierplanten neer.
Vaste planten
Aardbeien zijn vaste planten die elk jaar terug komen. Kies een beschut (uit de wind) en redelijk zonnig plekje (niet volle zon) waar de planten een jaar of drie kunnen blijven staan. Daarna kan je ze beter weer vervangen. Bereid de plek voor. Dit doe je door de grond onkruidvrij te maken en er lekker veel compost doorheen te harken. Je kunt aardbeien planten tussen maart en augustus, april is echter de beste maand. Ik zet de plantjes altijd op ongeveer dertig centimeter van elkaar en zorg daarbij dat ik het plantje niet te diep zet. Het hart van de plant moet boven de grond uitsteken!
Stro-beien !
Tijdens het groeiseizoen gooi ik zo nu en dan een handje mestkorrels bij de planten en natuurlijk haal ik het onkruid er omheen weg.
Aardbeien heten in het Engels niet voor niets ‘straw-berries‘ dus als de planten eenmaal lekker aan ’t groeien zijn en ik vruchten zie ontstaan, bedek ik de bodem met stro. Zo raken de vruchten straks niet de grond en kun je verrotting van je mooie oogst voorkomen. Het ziet er bovendien gezellig uit en je hoeft door het stro ook nauwelijks meer onkruid te wieden.
Wanneer de eerste vruchten dan rood kleuren, span ik een net over de planten. Want anders zijn ze alsnog zo verdwenen. Het enige waar ik dan nog geen oplossing voor heb zijn de muizen die er altijd alsnog ook een aantal opeten. Maar goed, dat zijn er maar een paar dus daar ga ik geen gif voor strooien.
Aardbei zorgt zelf voor nieuwe plantjes
Aardbeien kun je het beste na 3 jaar vervangen. En daar zorgen ze zelf voor. Ze maken namelijk veel uitlopers welke nieuwe plantjes vormen. Tijdens het groeiseizoen kun je die beter er regelmatig vanaf halen. Je wilt tenslotte dat de plant zich dan vooral richt op het maken van mooie vruchten en niet op nieuwe planten.
Als de oogst echter echt voorbij is, laat ik de uitlopers wel zitten. In het voorjaar zijn deze dan geworteld en haal ik ze er vanaf. Deze pot ik op en eenmaal zelfstandig aangeslagen, plant ik ze of geef ik ze weg. Zo kun je zelf altijd je oudste planten weer vervangen door nieuwe!
Mainphoto Artur Rutkowski