Niets lekkerder dan op een zonnige nazomeravond even naar je (moes)tuin te lopen, wat kolven mais te plukken en deze hup in de pan te doen. Even koken, wat boter en zout er bij….. heerlijk. En heb je geen meters tuin of moestuin nodig, gewoon een paar in de border kan al leuk zijn. Het is echt indrukwekkend om zo’n stengel te zien groeien. Zeker voor kinderen, is weer eens wat anders dan de ruccola uit de AH-moestuintjes.
Snel aan de bak dus met zelf binnen voorzaaien van Mais. Nu is het (nog) de tijd hiervoor!
Zaaien
Maïs is een 1-jarig graangewas. Hoewel de plant uit een aanzienlijk warmer klimaat komt, doen ze het in mijn moestuin altijd prima. Mais- en groentezaden zijn online te koop en je hebt keus uit verschillende soorten mais.
Ik zaai mais voor ergens begin april. In de kas, paar zaadjes per potje. Het kan ook prima binnen in je vensterbank trouwens. Zet ze dan op een zonnig plekje in goede potgrond. Zorg ervoor dat de bakjes niet uitdrogen, maar maak het ook weer niet te nat, dan rotten de zaden.
Half mei, nadat de kans op echte nachtvorst verdwenen is, haal ik de plantjes voorzichtig uit de bakjes en zet ik de mooiste exemplaren in de volle grond. Ik plant ze uit in een vierkant blok op ca. 30 x 30 cm van elkaar. Maïs wordt namelijk bestoven door de wind en ze staan daarom liever in een groep dan in één lange rij.
Waar plant ik mais?
Mais komt uit Mexico en is dus dol op een zonnige plek. De planten worden best groot dus je plant ze het best aan de rand van je (moes)tuin. Ze vormen een mooi hoge afscheiding. Wel een beetje goed uitkienen hoe de zon loopt, want je wil niet dat de mais alle zon voor de omliggende planten wegneemt.
Wat doen tijdens de groei?
Natuurlijk moet je als eerste het onkruid tussen de planten weghouden. Geef water in droge tijden en haal net als bij tomaten de zogenaamde ‘dieven‘ weg (de extra kleine zijstengels). Laat 2 kolven die uit de hoofdstengel komen zitten. De kolven die blijven, zullen niet alleen groter maar ook zoeter van smaak zijn.
Mais wil verder graag veel voeding! Gooi daarom een keer of drie tijdens de groei een handje koemestkorrels bij de plant en schoffel deze voorzichtig door de grond. Zorg daarbij dat je de oppervlakkige wortels niet beschadigt. Steun hebben de maísplanten niet nodig, ze staan zelf fier overeind. Een netje eroverheen doe ik altijd wel, tegen de vogels. Dus :
Voorzaaien – uitplanten – onkruid wieden – water geven – dieven – mesten – oogsten !
En natuurlijk ondanks alle goede zorgen, gaat het soms toch nog wel eens mis …..
Maar als het lukt: mmmhh….
Boven de plant ontstaat een graanachtige tros, de mannelijke bloem. In de bladoksels zitten dan de vrouwelijke kolven die we kunnen oogsten om te eten!
Oogsten doe je vlak voor de kolf helemaal rijp is. Dat luistert vrij nauw. Te vroeg is niet lekker en ben je laat dan kan het zijn dan de muizen je voor waren :). Let daarom goed op de draden die boven de kolven hangen. Zijn deze donkerbruin en verdroogd? Plukken en eten dan! Je kan ze een paar dagen in de koelkast bewaren, maar de kolven worden snel minder zoet. Wij eten ze dus altijd dezelfde dag. En als we er teveel hebben, maken we de kippen blij 🙂
ps popcorn maken met deze mais lukt niet. Daar zijn speciale soorten voor (Bij deze soort zijn de korrels kleiner en spitser).
Mexicaanse groet,
1 Comment
Comments are closed.